Wanneer je uit je teksten resultaat wilt behalen is het niet voldoende om te denken dat als jij het begrijpt, jouw doelgroep het ook wel zal begrijpen. Een alleszins begrijpelijke gedachte overigens, want met het dagelijkse contact heb je veel inzicht verkregen in wat ze wel/niet belangrijk vinden. Echter, jij bent de expert op jouw terrein, niet de nieuwsgierige lezer. Het is dus van belang dat je teksten voldoen aan de criteria voor tekstkwaliteit. Dan heb je de meeste kans van slagen, en dat is dat de strekking van de tekst beklijft: je doelgroep is overtuigd van argumentatie, doet wellicht wat je wilt dat ze doen en heeft geen vragen meer openstaan. Hieronder vind je enkele tekstwetenschappelijke voorwaarden die je van dienst kunnen zijn bij het beoordelen van je teksten.

1. Alles staat in dienst van de teksthandeling
   Met je tekst wil je een communicatief doel bereiken, iets veranderen aan de attitude bijvoorbeeld. Om dit zo efficient mogelijk te doen, zul je alles wat niet ten dienste staat van het communicatiedoel weg moeten laten. Uitweidingen en zijpaadjes die niet ter zake doen maken het leesproces onnodig lastig. Schrappen dus.
2. Coherentie en cohesie op elk niveau
   Een effectieve functionele tekst is een weefsel van zinsdelen, zinnen en alinea's. Wanneer je de lezer niet op een dwaalspoor wilt brengen zul je een duidelijke samenhang moeten laten zien. Lezers hebben nu eenmaal bepaalde verwachtingen van het soort tekst dat ze lezen. Relaties tussen zinnen zoals argumentaties, opsommingen, middel-doelrelaties dienen al dan niet gemarkeerd helder te zijn.
3. Accommodatie van lezerstaken
   Lastige leesbare teksten belemmeren de lezer een goede voorstelling van zaken te maken, maar er zijn nog tal van andere manieren om het de lezer makkelijk te maken. Denk maar aan tussenkopjes, kolombreedte etc.
4. Links-rechts principe in formuleringen
   Het links-rechts is een basisbegrip in waarop je informatie in een tekst structureert, en dan met name in de volgorde van informatie in een zin. Het komt erop neer dat je zin start met bekende informatie om daarop de nieuwe informatie te laten volgen. Nieuwe informatie wordt beter verwerkt als het aansluit op bekende informatie.